Borduren buiten het stramien en binnen de lijntjes

Borduren buiten het stramien en binnen de lijntjes

BOEKPRESENTATIE/TENTOONSTELLING, SIGRID CALON

To the extend of / \ | & -

within the grid and beyond the pattern

120 compositions in form and colour

TILBURG, 18 MEI 2013.

De neiging, drang om orde te scheppen, patronen te ontdekken in wolken, golven, bergketens en landschappen is een oer-, oer menselijke. Eigen aan ons als hominiden. Op het eerste gezicht gaat het hier niet om een levensnoodzakelijke eigenschap, een die in praktische zin essentieel is geweest voor het voortbestaan van de soort sinds plusminus 1,5 miljoen jaar. 
Niks survival of the fittest volgens Darwin, maar eerder voortgekomen uit een diepgewortelde angst voor de onbevattelijke chaos, om er grip, letterlijk greep op te krijgen. Ordenen en orde scheppen is in die zin een kompas tot overleven en vormt de basis van alle kunst. De drang en drift tot ordenen is niet alleen zaak van onze waarneming of van het instrumentarium dat daarvoor noodzakelijk is: de ogen. Al onze zintuigen spelen daarbij een rol; met name het zogeheten zesde zintuig: onze hersenen, waarin alle binnenkomende prikkels worden gecoördineerd, gefilterd, aangevuld en van betekenis voorzien.
OVER ORDENEN GESPROKEN:
“In den beginne schiep God de hemel en de aarde,” zo vertelt de Hebreeuwse bijbel in het boek Genesis. Vóór de schepping – analoog aan alle bestaande religies op deze planeet – heerst er chaos. De aarde is een onherbergzame woestenij, woest en doods, waar Gods geest boven zweeft. Die chaos dient bedwongen te worden en alzo geschiedde.
  • Op dag 1 scheidt hij licht en duisternis: dag en nacht.
  • Op dag 2 schept hij het uitspansel dat de watermassa onder het hemelgewelf scheidt van het water (de wolken) erboven. 
  • Op dag 3 laat hij het water samenvloeien: het droge noemt hij aarde, het samengestroomde water noemt hij zee. Bovendien laat hij ondertussen zaadvormende planten en bomen ontkiemen; een drukke dag.
  • Op dag 4 heeft hij de lichten aan het hemelgewelf geschapen: zon, maan en sterren als markering voor seizoenen, dagen en jaren. Het grote licht (de zon) om over de dag te heersen, het kleine licht (de maan) om over de nacht te heersen.
  • Op dag 5 laat hij het water wemelen van levende waterwezens, en boven de aarde laat hij vogels vliegen.
  • Op dag 6 schept hij de landdieren: het vee, kruipende dieren en wilde dieren. Hij besluit dan ook de eerste mens te scheppen (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen). Hij zegent hen met de woorden: “wees vruchtbaar en wordt talrijk en heers over de vissen, vogels en alle dieren die op aarde rondkruipen.” En God zag dat alles wat hij gemaakt had goed was…
  • Op dag 7 gaat hij rusten.
Vóór de schepping bestaat alleen de schepper, de AL-één, het cijfer 1. Tijdens het scheppen ontstaat uit de 1 de 2, de tegenpolen (bijvoorbeeld + en -). Op dat moment van scheppen zijn dus 3 situaties bekend. De situatie vóór de schepping, de chaos (= 1) en die na de schepping (= 2 tegenpolen) = 3 = ORDE. Wanneer de 2 bekend is ontstaat tevens de 4 omdat met de 2 tegenpolen 4 combinaties zijn te maken (+/-, +/+, -/- en -/+). In deze logica is het duidelijk dat bij de 2 cycli van 3 scheppingsdagen, dus 2 x 4 scheppingsdaden horen. Bij het ontstaan van de 4 is het totaal van de dan bekende getallen 10 (1 + 2 + 3 + 4 = 10); tevens het totaal aantal scheppingsdaden. Het getal 10 (tetraktus genoemd) is volmaakt, en bron en oorsprong van alle dingen. Het cijfer 10 bevat alle getallen nodig om de voornaamste getalsen toonverhoudingen te definiëren.
Pythagoras streeft met zijn filosofie naar HARMONIE en SCHOONHEID door kennis van de getalsverhoudingen. Verhoudingen beheersen het heelal zoals die bijvoorbeeld ook zijn terug te vinden in de muziek. Hij ontdekt de muzikale boventonenreeks met de verhoudingen van diverse intervallen door een gespannen snaar op verschillende punten af te klemmen; hij was –niet voor niets – een uiterst geoefende bespeler van de lier!
Getallen corresponderen niet alleen met muzikale fenomenen maar ook met begrippen: 4= gerechtigheid (2 x 2, gelijk maal gelijk); 5 = huwelijk (eerste verbinding van even – dat wil zeggen vrouwelijk – met oneven – dat wil zeggen mannelijk). De elementen van het getal zijn het bepaalde en het onbepaalde; termen die ook met andere gepaarde tegendelen (oneven-even, mannelijk-vrouwelijk, goed-kwaad) op één lijn gesteld worden.
De dingen zijn getallen. Pythagoras is naast wijsgeer een groot wiskundige, musicus/toongeleerde en metafysicus geweest zoals blijkt uit zijn scheppingstheorie. In zijn getallenleer combineert hij wiskunde met theologie, iets dat we later zullen terugvinden bij wijsgeren als Plato, Spinoza, Leibnitz tot Kant aan toe.


En toen – een slordige 95 miljoen en 338 duizend dagen later – presenteert hier en vandaag Sigrid Calon haar eigen Genesis “Within the Grid and beyond the Pattern.” Een oefening, proeve van ordening - en wat voor een!
Als in het echte, Hebreeuwse Genesis begint zij met het visueel benoemen van het instrumentarium voor haar Schepping:
  • - een (borduur)stramien, een raster, rooster met punten/gaten;
  • - de 8 verschillende (borduur/stik)steken gebaseerd op de minimale basisverdeling van 3 x 3 punten/gaatjes; en
  • - de 8 door haar gekozen kleuren: roze, blauw, oranje, bruin, geel, groen, zwart en rood.
Deze inleiding wordt gevolgd door een inhoudsopgave in cijfers die corresponderen met de mogelijke kleurencombinaties: hier een persoonlijke keuze voor 30 x 4 combinaties = 120 stuks in totaal. In hoofdstuk 1 en 2 - van 001 tot en met 004 en van 005 tot en met 008 – presenteert zij één voor één haar gekozen kleuren, alsmede de lijn-/streep-/(borduur)steek mogelijkheden, die ofwel gekoppeld zijn tot lange lijnen - , of onderbroken tot zigzagvormen in diverse richtingen. Daarmee liggen de regels voor het (schepping)spel vast en hebben we de legenda van de kaart in handen en kan het avontuur vanaf 009 beginnen.
Een caleidoscopisch avontuur van kleuren, lagen, rasters, vormen en patronen/composities die wetmatig, wiskundig en procesmatig zijn geordend. Uitgaande van het oorspronkelijke A-3 formaat ontstaan er hoofdstukken die telkens 4 pagina’s omvatten. Onderaan de pagina vinden we – als voetnoten - de toegepaste kleurencombinaties die zijn opgebouwd in een reeks van twee – naar drie - naar een ander drietal - tot combinaties van vier kleuren.
Gaandeweg opent zich een fascinerend rijke vormen-kleuren-wereld die zich vanaf de papieren A-5 pagina’s (dubbelgevouwen A-3 bladen) lijkt te verheffen. Voorbij en boven de platte, vlakke 2-dimensionaliteit tot een visueel complexe 3-dimensionaliteit. Een die tenslotte voorbij gaat aan de gestelde inhoud (volgens opgave) en legenda.
Het laatste heeft mij persoonlijk het meest gefascineerd: de uiteindelijk volstrekt persoonlijke en intuïtieve keuzes die Sigrid heeft gemaakt uit die onuitputtelijke reeks van mogelijkheden. Daarmee wijkt ze bewust af van wat je vanuit de gegeven mathematische wetmatigheid zou verwachten. Je raakt onderweg de draad en de steek volledig kwijt.
In die schier oneindige reeks van mogelijkheden neemt ze ons niet bij de hand langs de logica van de gebaande paden maar laat ons op duizelingwekkende wijze verdwalen. Sigrid neemt ons mee in de ruimte en tijd van een andere dimensie. Geheel overdonderd eindigen we tenslotte op pagina 120 met blauw, roze, geel en zwart.
De getallenfilosoof Pythagoras zou zich waarschijnlijk hoofdschuddend aangesproken hebben gevoeld, maar de toonkunstenaar Pythagoras zou zijn lier hebben opgepakt om hemelse muziek te maken met dit boek als PARTITUUR.
Mijn suggestie: geef het cadeau aan een groot balletchoreograaf en laat dit boek, jouw wereld dansen.
Rest mij – ondertussen geheel verslaafd – een verlangen naar deel 2: dat het alsjeblieft nooit mag eindigen…
Mireille Houtzager
© Draft for Arts
Share by: